Begrotingstekort van 31,9 miljard euro duwt België in de 'rode zone'
Wie de media en de pers erop naslaat, kan de indruk krijgen dat onze federale regering er alles aan heeft gedaan om het begrotingstekort tot een minimum te beperken.
Volgens premier De Croo doet de regering voor 2023 en 2024 samen een netto-inspanning van 1,75 miljard, ongeveer 0,3 procent van het bruto binnenlands product. "Op het moment dat de hemel opklaart zetten we belangrijke stappen om de financiën terug op het rechte pad te zetten", zei hij in de Kamer.
Dit soort berichtgeving kan het foutieve beeld scheppen dat het tekort 1,7 miljard zou bedragen, ofwel 0,3% van BBP. Niets is minder waar.
Voor 2023 alleen bedraagt het overheidstekort om en bij de 32 miljard euro. Dat is zowat 6% van ons BBP dat 510 miljard euro telt. De 0,3% waarvan sprake, is de inspanning die het levert om het tekort te beperken. Met deze ‘inspanning’ bedraagt het overheidstekort voor 2023 geen 33,5 miljard euro, maar wel 31,9 miljard euro. Economen en pensioenexperten worden daar niet vrolijk van.
'Ontsporing erg waarschijnlijk'
Met dit soort desastreuze begrotingscijfers komt ons land in de rode zone terecht. De ‘rode zone’, zo catalogeert de Europese Commissie onze financiële gezondheid. Code rood. Dit staat in schril contrast met mediterraanse landen als Spanje, Frankrijk of Italië die vanwege hun begrotingswerk door diezelfde Europese Commissie in de groene zone worden geplaatst. In deze zuiderse Europese landen zijn de begroting en financiën ten gevolge van de geprojecteerde vergrijzingskost beter onder controle en minder problematisch dan in België. De Europese Commissie acht een ontsporing van de Belgische overheidsschuld “erg waarschijnlijk”.
Dat heeft gevolgen op korte en op lange termijn.

Wordt er niet snel ingegrepen, dan glijdt dit land onvermijdelijk af naar een bankroet of schuldbemiddeling waardoor komende generaties niet langer in één van ’s werelds meest welvarende landen zullen leven, ondernemen, werken of wonen.
De effecten op korte termijn bieden een niet mis te verstane waarschuwing. Ratingbureaus geven België nu een lagere quotering, wat leidt tot het instellen van risicopremies op Belgische staatsobligaties.
Rommelkredieten`
Dat heeft twee voelbare gevolgen. Er wordt duidelijk niet ingegrepen, waardoor de staatsschuld blijft stijgen met overheidstekorten die jaar na jaar een steeds groter deel van het BNP vertegenwoordigen. Anderzijds worden Belgische obligaties bij de risicovolle rommelkredieten gecatalogeerd, die alleen nog aantrekkelijk blijven voor beleggers door nog hogere interesten aan te bieden. Kortom, de staatsschuld stijgt maar ook financiering van die geaccumuleerde schuld zal ons meer gaan kosten.
Ondertussen staat Frankrijk nog steeds in rep en roer. Het protest tegen de pensioenhervorming heeft tot onvrede en massale protesten geleid. Dat is een pijnlijke vast stelling. Waarom? Omdat de Franse financiën veel gezonder zijn dan de Belgische en de Franse sociale zekerheid beter gefinancierd is om de vergrijzingskost op te vangen.
Zo boos als de Fransen zijn om wat hun president wél doorduwt aan hervormingen, zo boos horen wij Vlamingen en Belgen te zijn om wat onze regering niet doet.
De grote pensioenhervorming komt er ook deze legislatuur niet. De grote fiscale hervorming evenmin. Dat mag nu wel duidelijk zijn. Daarmee gaan alweer enkele cruciale jaren verloren. Voor deze regering is de strijd gestreden en meent het te hebben gedaan wat moest. Met dit palmares trekt het in mei 2024 naar de kiezer. Verwacht dus geen grote werken meer van De Croo I, want deze legislatuur zit erop. Met nog een jaar te gaan glijdt deze regering geruisloos in verkiezingsmodus.