Een nieuwjaarswens van Karianne Boer
Bijgewerkt op: 4 jan.

Lieve vrienden en volgers,
2022 neemt bijna haar einde en 2023 staat vol ongeduld voor de deur, hoog tijd dus om het jaar af te sluiten met een korte reflectie. Concrete gebeurtenissen zal ik hier buiten beschouwing laten, want daar staat mijn tijdslijn, of toch die op LinkedIn, al vol mee. Vandaag wil ik het niet hebben over het recht, de rechtsleer of (lopende) rechtszaken, maar wel over hoofdstukken. In 2022 zijn er heel wat hoofdstukken geschreven, door de overheid, de media, de bedrijfswereld en talloze andere figuren. Maar ook in ons persoonlijk leven voegen we in zekere zin elke dag een nieuwe bladzijde toe aan ons leven. Zo kan het al eens gebeuren dat we tot het inzicht komen dat onze persoonlijkheid, waarden en verlangens niet langer een symfonie vormen met de hoofdpersonages uit bepaalde hoofdstukken die ons dagelijks leven vormen. Het kan zijn dat we afscheid moeten nemen van oude geschriften, terwijl nieuwe teksten ontluiken. Dit proces verloopt meestal moeizaam. Afscheid nemen van het oude, om het nieuwe te verwelkomen, kent immers niet alleen pijnlijke momenten, het brengt ook onzekerheid met zich mee. Tegelijkertijd kan het zijn dat bepaalde oude hoofdstukken onze schouders al jaren bezwaard hebben, maar dat we dit niet beseften of het onbewust onderdrukten om de waarheid niet te moeten zien. De verandering van het oude naar het nieuwe kan dan ook een bron van opluchting en dankbaarheid zijn. Dankbaarheid om de naakte werkelijkheid eindelijk onder ogen te zien, wat echter niet betekent dat anderen dit ook zullen erkennen. Integendeel, wat ik de afgelopen jaren vooral geleerd heb, is dat verschillende percepties van de werkelijkheid in totale juxtapositie met elkaar kunnen staan. Wat ik als blauw aanschouw, kan voor een ander groen of geel zijn. De veldslag om de geest vormt naar mijn aanvoelen een van de grootste uitdagingen in dit decennium, naast de globale strijd tegen transhumanisme. Deze uitdaging, die zich situeert op globaal macroniveau, hoeft echter niet te impliceren dat we ook in onze persoonlijke levens veldslagen moeten voeren om de ander te overtuigen dat de hemel blauw is, en niet geel. In sommige omstandigheden kan zelfs een blauwe hemel misschien een zonovergoten, gele schijn hebben, en de vraag is maar of het zin heeft om het geel van de ander in blauw om te buigen. Ik meen dat het nuttiger is om vooral voor onszelf helder te hebben wat ons gelukkig maakt en wat ons pijn doet. Dan gaat het niet zozeer over de kleurschakeringen van de hemel, maar eerder over de vraag hoe we een bepaalde hemel op aarde kunnen creëren. Het lijkt mij helder dat geluk niet op zichzelf gecreëerd wordt door een individu, ook al hoor ik vaak de boutade dat je eerst van jezelf moet houden opdat een ander ook van je kan houden. Mijn aanvoelen is dat geluk en liefde, in de brede zin van het woord, tot bloei komen in relaties en dat die relationele context net een fundamentele voorwaarde is om liefde te kunnen ervaren. De valkuil bestaat er volgens mij niet in om zichzelf niet lief te hebben, hoewel een positief zelfbeeld wel een belangrijke bouwsteen van sterke relaties lijkt te zijn, maar om de voorwaarden voor liefde niet (meer) ingevuld te krijgen. De meest fundamentele vorm van liefde tussen niet-biologisch verwante personen is de liefde van twee mensen die elkaar op een heel diep niveau respecteren, begrijpen en beschermen. Het is een liefde die een soort zielsverwantschap belichaamt. Respect, begrip en communicatie zijn dan met elkaar verweven in de onbepaalde ruimte van de ziel, zowel op het niveau van de individuele geliefden als in hun verbondenheid met het niet-lokale bewustzijn, zoals cardioloog Pim Van Lommel het verwoordt. Maar hoe gaan we om met zielsverwantschap wanneer het zich manifesteert tijdens de overgang van het oude naar het nieuwe? Vaak willen we onze lotsbestemming ontkennen of, omgekeerd, net vastgrijpen uit angst om de zielsverwantschap te verliezen. We klampen ons vast aan het nieuwe, of we mijden net het verlies van het nieuwe door het oude hard vast te grijpen, maar dan schrijven we in feite het einde van een hoofdstuk waarvan het begin nog niet op papier staat. Veel beter is het boek des levens als zand los door onze handen te laten glijden en te aanschouwen vol nieuwsgierigheid, zonder verwachting, hoe de golven soms zachtjes, soms wild, over onze voeten stromen en hoe ontzagwekkend de oceaan is en welke nieuwe vaartuigen aanmeren in de haven van ons leven. Laten we de nieuwe hoofdstukken, die zich aandienen, omarmen. In het Nederlands bestaat er daarvoor slechts één woord dat perfect capteert wat ik bedoel: overgave. Dit begrip betekent niet zozeer dat we alles aanvaarden, passief zijn of geen pen meer ter hand nemen, het betekent evenmin dat we geen angst meer voelen tijdens het oversteken van de rivier met een oever van het oude en een van het nieuwe. Het omvat wel de idee dat we vol passie blijven schrijven, soms in aanvulling op bestaande hoofdstukken, soms om geheel nieuwe verhalen te vertellen, zonder ons te fixeren op een specifieke uitkomst van de vertelling. In dat laatste geval zullen we altijd meer moed dan angst aan de dag moeten leggen om afscheid te nemen van oude hoofdstukken. Op het einde van ons leven telt echter niet zozeer het aantal bladzijden dat we hebben neergepend, maar de moed om zelf vruchten uit onze pen te laten vloeien op momenten dat anderen geschriften van meer pijn dan geluk voor ons blijken te schrijven.
Voor 2023 wens ik ons dus allemaal Overgave toe.
Karianne