Het gaat prima met onze biodiversiteit
Wat is “biodiversiteit” ?
Volgens Natuurwijzer zijn er ongeveer 2,1 miljoen beschreven soorten op onze planeet, waaronder 1,5 miljoen dieren, 380.000 planten & bomen en 140.000 schimmels (waaronder paddenstoelen). Bacteriën en microben worden niet meegeteld in die 2,1 miljoen soorten, zij zijn nochtans ook cruciaal voor een levensvatbaar ecosysteem. En mieren krijgen onvoldoende aandacht voor hun existentiële bijdrage aan het behoud van ecosystemen...
In algemene zin gaat verandering van biodiversiteit over de verscheidenheid aan soorten op een bepaalde plek over een bepaalde periode. Het samenspel van al die verschillende soorten dieren en planten op een bepaalde plek geeft dan een complex ecosysteem. Een ecosysteem is nooit een paradijselijk systeem waar al die soorten in liefde samenleven. Denk aan leeuwen die zebra’s levend verslinden, in stukken rijten en rauw opeten. Denk aan zebra’s die schaarse grassen, planten en struiken verorberen. Denk aan vissen die insecten en wormen levend verslinden. Denk ook aan jagers die leeuwen afschieten. Het is dus duidelijk dat biodiversiteit geen statisch gegeven is, maar onderhevig is aan zowel interne als externe dynamische factoren.
De term biodiversiteit wordt vaak gebruikt als indicator voor de gezondheid van een ecosysteem. Waarbij men denkt aan een grote soortenrijkdom als na te streven ideaal. Vanuit het standpunt van de natuur betekent dit dat men geen onderscheid mag maken tussen door de mens gewenste en ongewenste soorten of tussen zeldzame en veel voorkomende soorten.
Beide laatste aspecten worden door de groene ideologie terzijde geschoven, zij hebben namelijk een theoretisch groen paradijs voor ogen waar zij, en niet de natuur, bepalen wat goed is voor de natuur en voor de mens.
Hoe meet je die “biodiversiteit” ?
Je zou denken dat het vrij eenvoudig is om biodiversiteit te meten : je telt om de zoveel jaar al die soorten en je maakt een gemiddelde. Helaas in realiteit is het veel ingewikkelder en de meeste soorten worden niet systematisch geteld. Er zijn momenteel amper 5230 gewervelde diersoorten die worden geteld sinds 1970. Dat is dus minder dan 0,1% van het wereldwijde totaal. Diersoorten leven bovendien in wat men noemt “populaties” op verschillende plaatsen. Als men dan werkt met een gemiddeld cijfer voor de biodiversiteitmeting van die ene soort, dan komt men dikwijls tot een onzinnige “gemiddelde” uitkomst, op basis van die afzonderlijke populatietellingen.
Nemen we het voorbeeld van 1 soort met 3 gemeten populaties in 3 verschillende landen, waarvan 1 populatie is gehalveerd (50% afname) en de andere 2 populaties met 2% zijn gestegen, dan komt men op een gemiddelde daling van -15% voor de soort als geheel. Berekend als (-50% + 2% +2%)/3 . In realiteit kan het best zijn dat de soort wereldwijd is gestegen , zoals in dit voorbeeld :
Populatie A : gaat van 100 naar 50 (afname van 50%)
Populatie B : gaat van 1000 naar 1020 (stijging van 2%)
Populatie C : gaat van 2000 naar 2040 ( stijging van 2%)
In realiteit is de soort echter wereldwijd gestegen van 3100 naar 3110 exemplaren. Dit rekenvoorbeeld om te tonen hoe gevaarlijk het is om te werken met een wereldwijd gemiddeld biodiversiteitscijfer.
Het gemiddelde wereldwijde cijfer voor de biodiversiteit van de soort in kwestie is geen goede indicatie om de “gezondheid” van de wereldwijde biodiversiteit van de soort weer te geven . Zinnig beleid is enkel mogelijk met gegevens op lokaal niveau per populatie en over de oorzaak van de eventuele verandering in aantal exemplaren.
Dat is de reden waarom de tweejaarlijkse publicatie van “The Living Planet Report” over de toestand van de gemiddelde wereldwijde biodiversiteit zo misleidend is, omdat het rapport bericht over minder dan 0,1% van de wereldwijde soorten en bovendien al de populaties van al die verschillende soorten in verschillende landen als een gemiddeld cijfer presenteert.
Living Planet Rapport van World Wildlife Fund (WWF) : eenzijdig alarmisme
Om de 2 jaar publiceert het WWF zijn rapport over de “eco-gezondheid” van onze planeet met de publicatie van hun “Living Planet Index”, een hoogst bedenkelijke methode om trends te berekenen in de wereldwijde populaties van wilde dieren. Een soort van wereldwijde gemiddelde temperatuur om de gezondheid van de biodiversiteit te meten in 1 cijfer, naar analogie met hun collega’s van het VN-Klimaatpanel IPCC. Het WWF biodiversiteit rapport staat ook vol met dezelfde retoriek gaande van “code rood” tot “actie nu” en vooral de nood voor “systeemverandering” en noodzakelijke transformatie van onze maatschappij om de planeet te redden. De schrijvers van het WWF-rapport hebben duidelijke banden met de klimaatalarm-collega’s van het IPCC.
Het laatste biodiversiteit rapport-2022 kreeg ruim aandacht in alle media met ronkende titels zoals:
Code rood voor biodiversiteit. 70% gedaald in 50 jaar tijd. ( De Standaard)
Omvang populaties gewervelde dieren afgenomen met 69% ( De Volkskrant)
Over dat 1% verschil tussen een krant uit BE en NL, kunnen we nog wel lachen, maar dat beide kranten 100% het eenzijdig en misleidend alarmistisch bericht overnamen zonder enige kritische opmerkingen is eerder droevig.
Kritiek op het WWF biodiversiteit rapport en op berekening van de index
Wetenschappers in het vaktijdschrift Nature kwamen al snel met kritiek op het rapport en op de bedenkelijke berekening van de Living Planet Index : als je namelijk 2,4% van de extreem dalende populaties weglaat, dan krijg je een totaal andere uitkomst , namelijk een lichte toename van de biodiversiteit sinds begin metingen 1970. Zoals te zien in de grafiek van Our World in Data, waar 2,4% extreem dalende populatie metingen van de totaal 14700 gemeten populaties werden weggelaten bij de berekening van de wereldwijde biodiversiteit index (bovenste groene lijn) . Het toont aan hoe gevoelig de index is voor een klein aantal “extremen” en voor de manier waarop “gemiddelde” wordt berekend. Niet vergeten dat een dalende biodiversiteit index geen bewijs is voor een daling van aantal exemplaren in een bepaalde soort, zie voorbeeld met 3 populaties A-B-C.
Vandaar de titel van dit artikel : het gaat prima met de biodiversiteit. Er is enkel een specifiek lokaal probleem met 2,4% van de totaal gemeten wereldwijde populaties. Dat kan je best lokaal oplossen.

Het gaat prima met de biodiversiteit in België
Het Living planet rapport over België is duidelijk : biodiversiteit in België is niet gedaald , maar licht gestegen. Helaas staat dit goede nieuws niet in de titel van het rapport. Nochtans zijn de cijfers duidelijk . Biodiversiteit zoals gemeten via de WWF -index gaat in stijgende lijn. Ik kan mij niet herinneren dat dit goede nieuws de krantenkoppen heeft gehaald ?

Het goede biodiversiteitsnieuws gaat nochtans over officiële populatiemetingen van 283 diersoorten: vogels, zoogdieren, sprinkhanen en krekels, libellen en juffers, dagvlinders, reptielen en amfibieën. Je kan de informatie nalezen in het rapport op p38 waar deze mooie grafiek staat :
De populatiemetingen voor België werden gemiddeld berekend via de Living Planet Index methode en duiden helemaal niet op “grote problemen”; integendeel, ze zijn gezien de foutmarges, vrij stabiel en zelfs licht stijgend. Er is dus helemaal geen groot probleem met de natuur en de biodiversiteit in België. Uiteraard zullen er hier en daar populaties zijn die het wat minder goed doen. Zo werkt de natuur nu eenmaal. Als je dat wil verbeteren, dan moet je de oorzaken zoeken in lokale condities en niet verwijzen naar globale “klimaatverandering” of een andere globale boeman.
In tegenstelling tot wat u dagelijks hoort en leest : het gaat prima met de biodiversiteit , zowel wereldwijd als in België. Maar dat goede nieuws mag u niet weten van onze “kwaliteitsmedia”.