Maurice de Hond: Mijn ‘voorspelling’ uit 1995 over technologie en AI
Artificial Intelligence, dat nu sterk in opkomst is, lijkt dezelfde grote impact te gaan krijgen als het internet, dat rond 1995 opkwam. Zoals de Amerikanen zeggen "You ain't seen nothing yet". Juist daarom is het interessant om het inleidende hoofdstuk van mijn boek uit 1995 nog een keer te presenteren. In de komende tijd komt ook dat onderwerp vaker aan de orde op onze site.
Mijn boek uit 1995

In 1995 schreef ik het boek “Dankzij de snelheid van het Licht”. Op dat moment had 1% van de Nederlanders internet. Juist omdat ik al sinds eind van de zeventiger jaren intensief met persoonlijke computers en communicatie bezig was, schatte ik in dat het internet een grote revolutie zou gaan betekenen en schreef dat boek. Met name wilde ik de lezers een beeld geven van wat op hen afkwam en hoe ze daar op zouden kunnen inspelen.
Mijn belangrijkste doel was om mensen te laten zien wat er op hen afkwam en hen helpen om te anticiperen op wat het voor hun werk en/of privéleven zou kunnen gaan betekenen.
Ik begon het boek met een “epiloog” in plaats van een proloog. Wilde een moment in de toekomst pakken en de wereld van dan beschrijven, zodat de lezers een gevoel zouden krijgen voor wat die veranderingen zouden kunnen betekenen.
Ik plaatste het 15 jaar in de toekomst, in 2010.
Een deel van wat ik toen beschreef, gebeurde al eerder dan in 2010, maar een ander deel later. En zeker met AI (artificial intelligence) zal daar nog meer van uitkomen.
Juist daarom vind ik het leuk om die epiloog, die ik 28 (!) jaar geleden heb geschreven, hieronder nog een keer te plaatsen. Het hele boek treft u hier aan.
Nogmaals, in 1995 had vrijwel niemand nog internet. Als je online wilde, dan moest dat via een modem en een telefoon. Google was er nog niet en er waren nog geen smartphones,
Epiloog (van “Dankzij de Snelheid van het Licht”)
Amsterdam, 8 oktober 2010
Gisteren heb ik kennis gemaakt met mijn nieuwe Personal Assistant en ik ben meteen aan de slag gegaan om hem te trainen. Ik was al bijna weer vergeten hoe ik vier jaar geleden de vorige had ingewerkt. Mijn nieuwe Personal Assistant (iedereen gebruikt de afkorting PA) sprak gisteren woordjes en lettergrepen uit die ik eerst had ingetypt en die ik daarna steeds moest herhalen, zodat hij mijn stem leerde kennen. Nadat mijn nieuwe PA alle woordjes herkend had, heb ik hem gevoed met informatie uit mijn oude PA.
Ik moet wel bekennen dat ik dit met enige weemoed heb gedaan. Want mijn oude vertrouwde PA heeft toch vier jaar dienst gedaan. Zoals vrijwel iedereen die er in 2006 één kocht, heb ik de mijne toen meteen een naam gegeven. Didi leek me destijds wel geschikt. Het had iets van “digitaal” en “dienstbode” en tegelijkertijd was het de naam van een sierlijke Braziliaanse voetballer van vijftig jaar geleden, die vooral geroemd werd om zijn snelheid en technische vaardigheden.
Dat ik Didi vanaf vandaag niet meer gebruik doet me toch echt wat. Toen we nog met Personal Computers (PC’s) werkten, kocht ik vaak een nieuwe (omdat ik goed op de hoogte wilde blijven van de nieuwste ontwikkelingen), maar dan dankte ik de oude toch steeds met weinig emotie af. De nieuwe PC had zoveel meer mogelijkheden dat ik blij was de oude niet meer te hoeven gebruiken.
Maar nu is het anders. Mijn nieuwe PA kan veel meer dan Didi, maar je dankt een oude niet zomaar af. Dat zal wel komen doordat je gewoon met ze kunt praten…… Niet alleen dat zo’n machine als het ware begrijpt wat je zegt, maar hij reageert ook in normale spreektaal. Mijn nieuwe kan zelfs met een groot aantal stemmen en accenten praten. Maar ik denk dat ik toch blijf bij de keuze die ik gisteravond gemaakt heb; een warme mannenstem met een licht Amsterdams accent. ‘Doej’ zei hij nog toen ik wegging. Een goede naam heb ik nog niet gevonden. Hoe zou Didi 2 klinken?
Het is snel gegaan
Goh, wat is het snel gegaan. Want pas tien jaar geleden, ik kan het me nog goed herinneren, kwamen de eerste PC’s met microfoontjes en luidsprekers op de markt. Je kon alleen langzaam en in korte woordjes tegen die PC’s spreken. Het was wel direct duidelijk dat luisterende en sprekende computers in een grote behoefte voorzagen, dus de leveranciers deden erg hun best om de digitale spraakherkenning naar een hoger niveau te tillen. Sinds 2005 is dit voor de meeste mensen de belangrijkste manier waarop ze met hun PA communiceren.
Maar ja, voor mij was het nu toch echt nodig om een nieuwe assistent aan te schaffen. De technologische ontwikkelingen zijn de afgelopen vier jaar weer zo snel gegaan dat Didi zichtbaar verouderde. Evengoed is vier jaar toch wel een normale termijn om van PA te wisselen. Ik twijfel echter of ik het apparaat tweedehands zou verkopen of dat ik het op de een of andere manier zou bewaren. Na al die jaren van trouwe dienst, waarin we zo’n innige band hebben opgebouwd, zou het harteloos zijn om Didi zomaar op straat te zetten. Als je aan de andere kant ziet hoeveel geld een IBM PC uit 1981 tegenwoordig opbrengt... Laatst is er één geveild voor meer dan tien maal de oorspronkelijke prijs van 15000 gulden. Dus als ik Didi op zolder bewaar, zou dat wel eens een verstandige investering kunnen zijn.
Maar veel fijner is dat ik Didi dan af en toe naar beneden kan halen om nog even met hem te communiceren. Ik heb in de afgelopen vier jaar heel veel bijzondere ervaringen gehad, dankzij Didi. Het zou leuk zijn als ik, wanneer ik Didi af en toe aanzet, daar nog eens aan kan terugdenken. Ja, dat lijkt me een goed idee. Laat ik samen met Didi die bijzondere ervaringen nu nog even vastleggen. Even denken, ik laat mijn nieuwe PA maar meeluisteren, dan steekt hij er misschien nog iets van op.
Toen ik Didi kocht in 2006, was men net klaar met het aanleggen van het Nederlandse glasvezelkabelnetwerk. Na vijf jaar werk was toen eindelijk vrijwel ieder huis en ieder bedrijf in Nederland aangesloten op een twee-wegsysteem voor onbeperkte informatie-overdracht. Sindsdien hoefde men vanuit geen enkele plek nog te wachten op kontakt met een externe computer en kon men alles ontvangen. En dat was uiteindelijk de grote doorbraak van de digitale revolutie in Nederland. Dat werd tijd ook. Vanaf dat moment kon iedereen vanuit huis of bedrijf multimediale informatie ontvangen en versturen, en wel zo razendsnel dat er werkelijk interactief, drie-dimensionaal en multimediaal kon worden gecommuniceerd.
Samen met Didi heb ik de nieuwe mogelijkheden volledig benut. Zo werd in mei 2006 de finale van de Europacup gespeeld, waarin Ajax na de hoogtijdagen uit het midden van het vorige decennium, weer voor het eerst meedeed. Real Madrid was de tegenstander. Uniek was dat deze wedstrijd niet meer via één van de vele televisiezenders, zoals in 1995 nog gebruikelijk was, werd uitgezonden. In navolging van vele andere sportorganisaties was de UEFA ertoe overgegaan deze wedstrijd via het pay-perview systeem uit te zenden. Voor een relatief klein bedrag kon men de hele wedstrijd via de elektronische snelweg ophalen en bekijken op het beeldscherm van een PA.
Er betaalden zoveel Europeanen voor deze wedstrijd, dat de opbrengst voor de UEFA meer dan vijf keer zo hoog was als vroeger, toen de rechten nog aan televisiestations werden verkocht. Vanzelfsprekend kon men bij deze wedstrijd gebruik maken van het individual choice systeem. Didi toonde de beelden die door de primaire regisseur werden geselecteerd (wat vroeger het normale beeldverslag was), en hielp me daarnaast om de beelden en slowmotions van nog eens 15 camera’s zelf op te vragen. Met mijn eigen achtergrond als voetbalkeeper, vond ik het vooral leuk om af en toe het verloop van het spel te volgen vanuit het standpunt van de keeper van Ajax. Ik was er trots op dat ik bij die geweldige redding van de keeper kort voor tijd, een veel beter shot had van die situatie dan de primaire regisseur. Didi heeft dat goed vastgelegd en ik weet zeker dat ik het leuk vind om vooral dat moment af en toe nog eens terug te zien.
Minder zakelijk gereisd
Ik heb het nog eens nagekeken, maar in de afgelopen jaren ben ik voor zakelijke aktiviteiten beduidend minder op reis geweest dan bijvoorbeeld in de periode 1991-1995. Niet omdat er geen redenen meer waren om zakelijke reizen te maken, maar dankzij Didi en de glasvezelkabel had ik met mijn zakenrelaties in het buitenland eigenlijk veel intenser kontakt dan daarvoor mogelijk was. Het meest spectaculair was in 2007 mijn eerste volledig virtuele vergadering met zakenrelaties in New York, Los Angeles en Apeldoorn. Op ieder van de vier plekken werd een virtuele (gesimuleerde, niet echt bestaande) ruimte gecreëerd waar alle vier deelnemers tegelijk aanwezig waren. Eén bevond zich er echt en de andere drie waren virtueel aanwezig; zij werden rond de vergadertafel geprojecteerd. Vreemd was het toen ik Loïs, die reëel in New York en virtueel rechts naast me aan de tafel zat, wilde aanraken.
Ik had dezelfde ervaring als die keer dat ik, jaren geleden, met een rood-blauw brilletje naar een driedimensionale vertoning van de Muppetshow keek in de MGM-Disney studio in Orlando. Ik wilde Kermit grijpen die vlak voor me was, maar ik merkte dat hij zich daar niet echt bevond. Ik greep dus tijdens de vergadering ook in het luchtledige. Wel reageerde Loïs geschrokken, want aan haar vergadertafel in New York had zij mijn hand op haar af zien komen, maar realiseerde zich toen ook dat ik slechts virtueel aanwezig was.
Het was wel even wennen, maar de voordelen van deze manier van vergaderen waren erg groot; tijdwinst en een flinke besparing op reis- en verblijfkosten. Bovendien hadden we minder last van jetlag. Niet voor niets heeft virtueel confereren een grote vlucht genomen en is daardoor het zakelijk reizen over de wereld aanzienlijk gedaald (een trend die door visuele electronic mail trouwens al enkele jaren eerder was ingezet). Sindsdien ga ik alleen voor mijn plezier fysiek naar New York.
Gelukkig dat Didi delen van die eerste vergadering nog volledig in zijn opslagruimte heeft en dat ik die vergadering dus ook later nog eens kan bekijken en dan vanuit de positie van ieder van de vier deelnemers of vanuit een andere positie. Zo kan ik zien hoe ik me gedraag in moeilijke situaties en kan ik daar misschien van leren.
Meerdere keren per jaar bezocht ik vroeger congressen in Nederland of in het buitenland. Maar ook dat is sinds de komst van Didi aanzienlijk veranderd. Er zijn nu twee soorten congressen. Het ene type lijkt veel op de vroegere bijeenkomsten, maar nu met minimaal drie camera’s die de lezingen en de visuele ondersteuning daarvan in beeld brengen. Naast deelnemers die fysiek aanwezig zijn, komen er ook steeds meer virtuele bezoekers. Zij kunnen dan met behulp van hun PA het congres volledig volgen vanuit hun werkplek (doorgaans dus thuis). Kontakten met andere “bezoekers” vinden plaats in aparte “ruimtes” waar men met elkaar kan communiceren. Geen gereis dus. En als een lezing niet interessant is, dan kun je in de tussentijd ook andere dingen doen.
Het andere type congres is zelfs volledig virtueel. Er is geen fysieke plek meer waar men bij elkaar komt. Ook degenen die de lezingen geven, communiceren met de aanwezigen via hun PA. Dat dit een succesvolle aanpak is, blijkt wel uit de sterke toename van het totale : “bezoeken” aan deze congressen ondanks een daling van het fysieke bezoek. Voor een cursus gaat men tegenwoordig veel minder de deur uit, dankzij dezelfde technologie. En de grenzen tussen congressen, seminars en cursussen zijn dan ook vervaagd. Het zal me niet verbazen als het reguliere onderwijs op den duur ook deze technieken zal gebruiken voor een deel van de leerstof. Misschien dat mijn nieuwe PA dat nog zal meemaken.
Virtueel kopen
De grootste revolutie die de elektronische snelweg (MdH: zo werd internet toen genoemd) heeft gebracht – daar is iedereen het over eens – betreft het nieuwe gedrag van de consument. De economische structuren veranderen daardoor aanzienlijk en datgene wat tien jaar geleden nog gewoon was, verdwijnt nu langzaam. De PA en de glasvezelkabel hebben ervoor gezorgd dat consumenten op hun gemak het brede aanbod kunnen bekijken en ook gemakkelijk direct kontakt kunnen leggen met de producent van het gewenste produkt. Andersom kunnen leveranciers veel gemakkelijker dan vroeger kontakt leggen met hun mogelijke afnemers. Vele schakels tussen producent en afnemer verliezen daardoor hun functie.
Aparte winkels voor produkten bestaan bijna niet meer. Ik ken een man die vroeger een videotheek had en die nu vanuit zijn huis zijn enorme kennis over films op een slimme manier exploiteert en die tegelijkertijd het huishouden doet.
In 2007 heb ik het “nieuwe consumeren” voor het eerst ervaren toen ik in samenspraak met Didi een bank en een wasmachine wilde kopen. Didi legde kontakt met de virtuele meubelboulevard. Allereerst gaf Didi een driedimensionaal beeld van mijn kamer door. De PA van de boulevard bepaalde op basis van mijn interieur mijn persoonlijke smaakkenmerken en selecteerde alvast een aantal banken. Ik bekeek het voorstel van twaalf fabrikanten voor een nieuwe bank en een achttal vond ik mooi. Deze acht banken liet ik om de beurt met een aantal stofferingen op de juiste plek zetten in de driedimensionale weergave van mijn kamer. Drie banken sprongen eruit en Didi checkte hun prijs en levertijd. Ik maakte mijn keuze en twee weken later werd de desbetreffende bank geleverd. Hij stond in het echt net zo mooi als ik virtueel al had gezien.
Logisch toch dat de echte meubelboulevards zijn verdwenen en dat er eigenlijk alleen nog maar direct bij fabrikanten wordt gekocht. Bij de wasmachine gebeurde iets vergelijkbaars. Didi legde contact met het systeem dat de intake verzorgde voor de virtuele wasmachineboulevard. Op basis van onze informatie bleek dat een bepaald type wasmachine, gecombineerd met een droger, voor onze situatie de beste was. Vervolgens checkte ik de test die onlangs op dit soort wasmachines door de Consumentenbond was uitgevoerd. Didi legde direct contact met de fabrikanten van de drie merken die daarbij als beste uit de bus kwamen om hun infomercials (een nieuw soort informatieve commercials) te bekijken. De keuze was niet moeilijk. Zeker toen de fabriek garandeerde dat de wasmachine binnen 48 uur bij me thuis bezorgd zou worden en dat de prijs niet verschilde van die van de concurrent.
Dit hele koopproces samen met Didi kostte me in totaal 20 minuten en daarvoor hoefde ik mijn huis niet te verlaten. Tussendoor waarschuwde Didi me nog even dat er vanaf dat moment een nieuwe film van mijn favoriete regisseur beschikbaar was in de virtuele videotheek van Time Warner/Disney. Het tarief van die film, vijf dollar, kon ik makkelijk betalen. Want doordat de wasmachinefabrikant direkt aan de afnemer levert en de tussenhandel overslaat, is een wasmachine tegenwoordig zeker 30% goedkoper dan vroeger. En dat geldt niet alleen voor wasmachines. Ik weet dat er ook nogal wat mensen zijn die hun kleding virtueel kopen. Maar daar gebruik ik Didi niet voor. Ik vind het veel te leuk om zelf naar een winkel te gaan en reëel in de spiegel te zien hoe die kleren me staan. Trouwens, dat cafeetje naast mijn kledingzaak is gezellig en serveert heerlijke broodjes.
Ook in de politiek
Pikant is de eerste politieke aktiviteit die ik met Didi heb uitgevoerd: participatie in de parlementaire enquête over de Betuwelijn. Toen in 2005 bleek dat de twaalf miljard gulden (vier keer meer dan oorspronkelijk gepland) voor de aanleg van de Betuwelijn weggegooid geld was, werd kort daarna een enquëtecommissie ingesteld. Burgers werden opgeroepen om de commissie van relevante informatie te voorzien.
Vanzelfsprekend deed ik dat, want ik kon me nog een aantal interessante gesprekken met politici uit 1994 en 1995 herinneren. Ik had destijds het gevoel dat het overgrote deel tegen de aanleg was, maar dat men toch had ingestemd om – naar hun eigen zeggen – politieke redenen. Men was kennelijk overstag gegaan door de machtige lobby van aannemers en havenbaronnen uit Rotterdam.
Dankzij de nieuwe technologische mogelijkheden, kon de voorzitter van de enquëtecommissie iedere Nederlander na het eerste openbare verhoor vragen laten stellen aan de getuigen. De commissie maakte een selectie die in tweede instantie werd voorgelegd aan de getuigen.
Ik vond het heel leuk om te zien dat één van mijn vragen ook inderdaad gesteld werd en dat het antwoord van oud-premier Kok een onthutsend beeld gaf van de manier waarop er gelobbyd was voor de aanleg van de Betuwelijn. De politiek is nog steeds een conservatief bolwerk. En men gebruikt de nieuwe technologie nog amper om de burger sterker te betrekken bij de politiek (politici zijn nog steeds niet gewend aan mondige burgers met een volwassen oordeel). Toch lijkt het er nu op dat, na de aanstaande kieswetwijziging, de betrokkenheid van de kiezers niet beperkt blijft tot een incidenteel bezoek aan het stemhokje. Men heeft namelijk voor iedereen de mogelijkheid gecreëerd om mee te beslissen over belangrijke besluiten. En daar hoef je je huis niet meer voor uit, want iedereen kan dat via z’n PA doen.
Dit waren enkele bijzondere momenten uit mijn leven met Didi en zij liggen gelukkig vast. Ik kan Didi nu uitschakelen en naar boven brengen. Als ik zin heb om de ervaringen uit het verleden weer op te halen, breng ik Didi wel weer naar beneden. Dadelijk schakel ik mijn nieuwe PA in, maar ik ben er nog niet uit welke naam ik hem zal geven. Hij zegt dat hij, als een echt elektronisch alter-ego, Maurice behoort te heten.
Ten slotte
Dit was de epiloog van het boek dat ik schreef bij de opkomst van Internet. In 2016 werd dat boek nog eens beoordeeld in een artikel , waarbij de kop was: “Motherfuck, Maurice de Hond voorspelde in 1995 feilloos alles op het internet van nu”.
De ontwikkelingen van AI van de laatste tijd betekenen een revolutie, die van dezelfde orde lijkt te zijn als die van het internet in 1995. Vanzelfsprekend ben ik me daarin nu verder aan het verdiepen en word ik ook uitgenodigd om daar lezingen over te geven. (Tussen 1995 en 1997 heb ik circa 200 lezingen over internet gegeven).
Van tijd tot tijd zal ik op deze site hierover een artikel schrijven. Omdat – net zoals bij de opkomst van internet – het belangrijk is om te beseffen wat dit allemaal gaat betekenen of kan gaan betekenen. Zodat u daar zelf uw voordeel uit kunt halen.
Dit artikel is eerst verschenen op www.maurice.nl.