Niets is wat het lijkt, niets lijkt wat het is...
Wie ben ik?

Ergens eind augustus kreeg ik een berichtje van cameraman en vriend Mark Sanders: “Heb je geen interesse om een soort column/opiniestuk te schrijven? De man “vanuit de buik” van het italiaanse binnenland ? Hoe het daat (het moet “daar” zijn natuurlijk, maar dit is letterlijk het originele berichtje) leeft ?” De man “mét de buik” zou ondertussen misschien iets accurater zijn, dat krijg je als je al meer dan 20 jaar in dit culinaire hoogstandje dat Italië heet leeft.
Mijn directe antwoord was “yep” want ik schrijf best graag en de schrijversmicrobe zit inderdaad een beetje in de genen zoals Sanders lachend bevestigde... Dat was buiten het vele werk dat ik in het hoogseizoen heb gerekend. Maar “geen nood” zei Mark, het is niet voor direct. Na een videoconferentie een week of wat later, iets waar ik eerlijk gezegd een grondige hekel aan heb, ik spreek niet eens graag aan de telefoon, werd het echter duidelijk dat het eerder voor november zou zijn. Tijd genoeg dacht ik maar dat was dan weer buiten het zeer lang aanhoudende, euh... mooie weer gerekend. En mooi weer voor ons betekent nog veel werk ook al sloten we de zaak op 24 september. Hout kappen en zagen, olijven plukken, compostbak maken, serre zetten... Daarover meer in toekomstige posts van de man mét de buik uit het Italiaanse binnenland.
Die fameuze genen kreeg ik van mijn vader, Danny, en door van kinds af aan, dan niet vanuit de wieg, omringd te zijn geweest door de crème de la crème van de Belgische journalisten. Rudi Dufour, Mark Ooms, Piet Deslé, Dirk Tieleman, Louis Van Dievel en mijn pa, “den Huwé” zagen elkaar niet alleen dagelijks op de redactie, ze ontmoetten elkaar bijna wekelijks bij één van hen of bij ons thuis. Ik kende ze lang alleen bij hun achternaam want zo spraken ze elkaar meestal aan, geef toe, originele voornamen hebben, hadden ze niet echt. Dat waren vaak heel levendige bijeenkomsten waar de huiskamer, of wat toen de living werd genoemd, blauw zag van de rook van Richmond Filter, Bastos, Belga en zelfs Gauloise zonder filter en rood van de scheld- en vloekwoorden die liefkozend over en weer werden geroepen.
Mijn pa vertrok 's ochtends vroeg, of eigenlijk moet ik zeggen 's nachts, rond 4 uur naar "den BRT". Samen met bovenvermelde achternamen startten ze het “ochtendnieuws” op wat inhield dat er om 6 uur al nieuws op de radio kwam. In het weekend en tijdens de vakanties ging ik zo vaak mee als ik kon. De wandelgangen, de radio- en televisiestudios waren mijn lievelingsspeeltuin, al die decors, bekende Vlamingen, toen nog gewoon bekende mensen, tegen het lijf lopen, soms letterlijk, de “Mess” (voor sommigen bekend onder de naam refter) waar ik altijd wel van iemand een reep Côte-d'Or kreeg, of “ne Cécémel”, “den ballon” – de sportinfrastructuur van den BRT – in het park achter de gebouwen van de nu VRT.
Mijn lievelingsactiviteit was “telexen aftrekken”, nu zal dat telexen afscheuren zijn zeker? Je moet tegenwoordig oppassen wat je zegt en hoe je het voorstelt, ik ga dat niet doen. Het nieuws kwam toen nog binnen via de telexmachines die gekoppeld waren aan de verschillende persagentschappen. Daar was een aparte kamer voor voorzien, en als de “kleinen Huwé” op de redactie was, dan mocht hij die gaan aftrekken en naar de hoofdredacteur brengen.
Ik mocht later, als ik groot was, ook regelmatig mee als mijn pa werd opgeroepen omdat er ergens een of anderen boot was gekapseisd, of er een muurtje was gevallen. Dat zijn meteen ook twee van de meest bijgebleven evenementen die ik, enigszins, mocht meemaken. De Herald of free Enterprise en de Berlijnse muur, ongelooflijk dramatisch en ongelooflijk euforisch. Spijtig genoeg is mijn laatste herinnering aan hem zijn ongekamde haar in een afgrijselijk geel T-shirt aan de grens tussen Bulgarije en Roemenië, meteen ook voor mij en de kijker de laatste keer dat we hem op televisie zouden zien, ondertussen was hij naar de commerciële televisie verhuisd.
Enfin, swat, ik ben dus de zoon Danny Huwé, daarmee is dat uit de weg en moeten we het daar verder niet meer over hebben.
De zoon van zijn maakt van mij natuurlijk geen journalist noch goed schrijver. Dat ik graag schrijf wil nog niet zeggen dat ik iets te vertellen heb, of genoeg kennis heb van bepaalde zaken, en al zeker niet als het over zeer specifieke dingen gaat zoals de items van de laatste jaren waaronder c*vid, prikken en geopolitieke oorlogen. Ik heb ook geen journalistieke opleiding en ik was op school liever lui dan moe, ik had wel wat anders te doen.
Het platform van Tegenwind is gevuld met mensen die weten waarover ze het hebben, echte specialisten in hun domein, intelligente mensen met een overschot aan gezond verstand die hun uiteenzettingen baseren op hun enorme kennis van zaken.
Dat is trouwens een van de redenen waarom ik na mijn eerste antwoord “yep” zolang moest nadenken over het al dan niet echt wel “yeppen”, want wat heb ik eigenlijk te vertellen anders dan mijn mening over de zovele zaken die er de laatste 3 jaar gebeurden? Tegen of voor, politiek of apolitiek, samenzweringstheorie of niet, fake news, nog faker news, enzovoort en zo verder.
Yep, ik heb een uitgesproken mening. Yep, ik probeer zo goed mogelijk geïnformeerd te blijven en ergens tussen halve waarheden en grote leugens duidelijkheid te krijgen over dit en over dat. Iedereen weet ondertussen wel dat dat niet zo eenvoudig meer is, niets is wat het lijkt, niets lijkt wat het is...
Daarom stuurde ik gisteren nog een berichtje naar Alain (Grootaers) – die ik trouwens, behalve een videoconferentie, (nog) niet persoonlijk ken en de kans is groot dat hij mij na mijn eerste tekst voor zijn blog Tegenwind ook als de pest zal mijden. De Walter gaf ik daarentegen ooit een hand, ik denk in Leuven toen 10 om te zien nog in “den Manhattan” werd gedraaid, daar hield het ook mee op want Francesca Vanthielen was een pak interessanter – met de vraag: “wat voor inhoud verwachten jullie ter opvolging van die introductie?”.

Een oprechte vraag want na het lezen van heel wat content op de blog voelde ik mij toch maar een klein onbenullige ventje tussen types zoals de Vincent (Vandeputte), Robert Malone, Pierre Kory, Dick Bijl, Sean Lin, Mark Sanders en Alain (Grootaers) hunzelve en nog een hele resem mensen die niet alleen woorden neerpenden of uitspraken maar ook een groot deel van hun tijd, hun leven spenderen om er toch enigszins nog een betere wereld van te maken en duidelijkheid te scheppen in deze, nu toch wel, absoluut absurde wereld...
Wat mij uit Alain's antwoord vooral was blijven hangen is “positiviteit” en “verbinden” en daar heb ik dan ook de hele dag en nacht zitten, en liggen, over nadenken. Ik kwam tot het besluit dat ik misschien wel wat interessants te vertellen heb, of dat ook zo is zal blijken uit mijn toekomstige bijdragen.
Ik zou van de gelegenheid alvast ge(mis)bruik willen maken om iedereen die zich tijdens de, pakweg, laatste 3 jaar, ondanks de enorme mentale, en wie weet fysieke, druk, is blijven inzetten om duidelijkheid te brengen, meer waarheid, de leugens bloot te leggen, het narratief tegen te spreken en soms letterlijk daarmee hun leven op het spel zetten, uit de grond van mijn hart te bedanken!
Keep smiling Pax et Bonum Tim Gaston Huwé Umbria – Italia