top of page
  • Foto van schrijverRedactie

Nieuwe analyse WOB documenten: Verontrustende signalen bij start vaccinatiecampagne

Tijdens de start van de vaccinatiecampagne stuurde men hoofdzakelijk aan op een hoge vaccinatiegraad, ondanks de soms zorgwekkende signalen over bijwerkingen van de vaccins. De enige uitweg uit de coronacrisis was het vaccin. Zo luidde het devies toen men zicht kreeg op de injecties. De ambtenaren en gedragswetenschappers zetten zich in om de vaccinatiebereidheid te maximaliseren, ondanks het feit dat er nog weinig bekend was over eventuele risico’s van de vaccins. Toen de eerste meldingen van bijwerkingen binnenkwamen, ging de vaccinatiecampagne gewoon door, want men wilde geen onrust veroorzaken.


Zorgen om lage vaccinatiebereidheid onder zorgpersoneel


Kort voor de start van de vaccinatiecampagne waren er zorgen over de vaccinatiebereidheid onder het zorgpersoneel. Dit werd door de autoriteiten als problematisch gezien, vanwege de invloedrijke positie van zorgmedewerkers op de vaccinatiebereidheid onder de rest van de bevolking. De zorgsector was als eerste aan de beurt voor immunisatie met de nieuwe vaccins.


De problematiek rond het zorgpersoneel dat niet geprikt wenste te worden, werd ook op Europees niveau besproken, zo blijkt uit een mailwisseling van december 2020 binnen het RIVM.

Men zocht binnen het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) naar middelen om de vaccinatiebereidheid te verhogen. Een voorbeeld om zorgmedewerkers over de streep te trekken, was de mogelijkheid om zich tijdens de werkuren te laten prikken. Een ambtenaar grapte dat de coronavaccinatie mogelijk een voorwaarde moest worden voor de reeds toegezegde financiële bonus voor het zorgpersoneel.

In december 2020 deed minister van VWS Hugo de Jonge de uitspraak dat Nederlanders zich geen zorgen hoefden te maken over de veiligheid en effectiviteit van de toekomstige vaccins. Dit was een reactie op een onderzoek waaruit gebleken was dat de vaccinatiebereidheid laag was.

Februari 2021: eerste berichten komen binnen over bijwerkingen

Na een kleine maand prikken van zorgpersoneel en verpleeghuisbewoners, kwamen begin februari bij het RIVM de eerste zorgelijke berichten binnen over de injecties.

Het RIVM werd er op attent gemaakt dat er sprake was van een reactogeen vaccin. Hiermee wordt bedoeld dat het behoorlijk veel bijwerkingen veroorzaakt. Zo blijkt uit een e-mail van 1 februari 2021. Er werden twaalf meldingen opgemerkt van een heftige allergische reactie na de Pfizer prik, waarvan zes van anafylactische aard.

Een week later, op 8 februari, verscheen een rapportage over de veiligheidsbewaking van de coronavaccins. Het bijwerkingeninstituut Lareb rapporteerde toen zeven (7) keer meer bijwerkingen dan verwacht. Dit was voor de autoriteiten echter geen reden om de vaccinaties tijdelijk stil te leggen. Er werd zelfs in verhoogd tempo doorgeprikt.

Een dag later werd in een mailwisseling binnen het ministerie van VWS melding gemaakt van 15 overlijdens en 15 gevallen van epilepsie of insulten. De 15 meldingen van insulten waren al op 8 februari bekend. Ook werd er melding gemaakt van het feit dat het AstraZeneca vaccin weinig bescherming biedt tegen de Zuid-Afrikaanse variant van het coronavirus. In Zuid-Afrika was men op 7 februari om die reden al gestopt met het toedienen van het middel. Rond die tijd waren er in Nederland al circa 500.000 prikken gezet.

Uit een verslag van de werkgroep voor veiligheidsbewaking van 10 februari blijkt dat meer dan honderd mensen de dood hadden gevonden na toediening van het vaccin. Dat komt ongeveer overeen met één dode voor iedere 6.500 gezette prikken.

Later zou blijken dat de ratio van vaccinatieschade in relatie tot toegediende injecties in lijn ligt met cijfers uit Duitsland: na 83,2 miljoen vaccinaties hadden in Duitsland 56.347 personen ernstige gezondheidsschade opgelopen als gevolg van de injecties. Dit komt overeen met 1 op circa 1.500 injecties.


Veel ziekmeldingen bij huisartsenpraktijken

na toedienen vaccin


Op 19 februari ging een e-mail rond binnen het RIVM, waarin werd gesproken over alarmerende berichten over het AstraZeneca vaccin. Binnen verschillende huisartsenpraktijken waren er toen veel ziekmeldingen binnengekomen na de vaccinatie. Aan de ‘bijwerkingen goeroe’ van het RIVM werd daarom gevraagd of er meer van dergelijke signalen bekend waren. De goeroe liet vervolgens weten er belang aan te hechten dat er geen onrust zou ontstaan.


Dezelfde dag werd bij het RIVM overleg gevoerd over het idee dat andere huisartsenpraktijken de vaccinaties wellicht gespreid moesten gaan toedienen. Dit zou namelijk het risico verlagen dat een volledige praktijk zich ziek zou melden, als gevolg van bijwerkingen van het coronavaccin. Op die manier kon de behandeling van patiënten blijven doorgaan. Bij het RIVM worstelde men duidelijk met het dilemma om een waarschuwing uit te brengen en de mogelijke consequenties die dit zou kunnen hebben op de vaccinatiebereidheid.

Medio februari was de vaccinatiebereidheid voor het AstraZeneca vaccin afgenomen. Veel mensen die een oproep kregen voor vaccinatie met AstraZeneca, kwamen niet opdagen en weigerden de injectie.

Het RIVM concludeerde hierop dat AstraZeneca een imagoprobleem had. De oplossing werd gezocht in het opkrikken van de reputatie van AstraZeneca via ‘ambassadeurs’ in de media.


1.000 meldingen per dag bij het Lareb


Op 24 februari 2021 ging er een mail rond op het Ministerie van Volksgezondheid, waarin werd gemeld dat het Lareb soms wel 1.000 meldingen van bijwerkingen op één dag binnenkreeg. Als reactie hierop, bekommerden de ambtenaren zich vooral om de financiële haalbaarheid bij het verwerken van zo veel meldingen door het bijwerkingeninstituut.

De zorginstelling Parnassia Groep maakte op 24 februari melding van een lage vaccinatiebereidheid onder haar medewerkers. Eén personeelslid had daarnaast een anafylactische shock opgelopen na de injectie. Als gevolg van een ernstige allergische reactie moest de zorgmedewerker opgenomen worden in het ziekenhuis.


In de mail van Parnassia Groep werd ook opgemerkt dat op één van de locaties drie van de vijf artsen waren uitgevallen als gevolg van de inenting. Er werd geconstateerd dat de vaccinatiebereidheid onder het personeel niet hoog was.


Lareb zag het als taak om ongerustheid over de vaccins weg te nemen


In een eerder verschenen artikel over de rol van het Lareb, staat beschreven dat het bijwerkingeninstituut het als één van haar taken zag om eventuele ongerustheid over de vaccins weg te nemen. Dit bleek uit een draaiboek dat het Lareb in het begin van de coronatijd zelf opstelde. Deze doelstelling lijkt moeilijk verenigbaar lijkt de signaleringsfunctie die het Lareb heeft.


Waarschuwingen CBG voor AstraZeneca vaccin


Op 14 maart 2021, na berichten uit Noorwegen en Denemarken, adviseerde het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) om de AstraZeneca vaccins tijdelijk niet meer toe te dienen. De Wereldgezondheidsorganisatie adviseerde echter drie dagen later om het middel te blijven gebruiken.


Op 18 maart 2021 plaatste het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) vervolgens een waarschuwing voor het AstraZeneca vaccin op haar website. Daarnaast werd aanvullende informatie aan de bijsluiter toegevoegd. Het CBG benadrukte ook dat er nog geen oorzakelijk verband was aangetoond tussen de vaccinatie en tromboseverschijnselen.


Op 25 maart 2021 verscheen een nieuw bericht op de website van het CBG over het verband tussen tromboseverschijnselen en de injectie. Als toevoeging aan de waarschuwing staat: ‘Het is nog niet aangetoond dat dit zeldzame ziektebeeld door het vaccin komt. De voordelen van het vaccin wegen nog steeds op tegen dit mogelijke risico.’ Vrouwen onder de 55 jaar zouden het grootste risico lopen.


Op 2 april 2021 werd uit voorzorg het prikken met het AstraZeneca-vaccin tijdelijk gestopt bij mensen onder de 60 jaar.


Een jaar later, op 22 april 2022, staakte men uiteindelijk de productie van het vaccin. Er waren toen nog 200 miljoen ongebruikte doses op voorraad.


Observaties naar aanleiding van dit WOB-onderzoek

  • Ambtenaren maakten zich vooral zorgen om de vaccinatiebereidheid en eventuele onrust in relatie tot gerapporteerde bijwerkingen;

  • Al vroeg tijdens de vaccinatiecampagne werden ernstige bijwerkingen en dodelijke slachtoffers gerapporteerd;

  • Lareb ontving 7 keer zo veel meldingen als verwacht. Dit was geen reden om de campagne te staken. Het is onduidelijk waar de grens lag voor het ministerie van VWS;

  • De uitspraken van minister Hugo de Jonge over de veiligheid van de coronavaccins waren onjuist en ongegrond;

  • Het aantal ernstige bijwerkingen dat in het begin werd gerapporteerd, komt verhoudingsgewijs overeen met recente berichten van het Duitse Ministerie van Volksgezondheid;

  • CBG pauzeerde en staakte het gebruik van AstraZeneca op grond van meldingen uit het buitenland;

  • De rol die het Lareb voor zichzelf zag weggelegd, was naast de voor de hand liggende signaleringsfunctie, het wegnemen van ongerustheid over de vaccins.

  • De signaleringsfunctie van het Lareb heeft een onduidelijke bijdrage geleverd aan het staken van het gebruik van AstraZeneca, ondanks dat er meer meldingen waren dan verwacht. De voornaamste reden om te stoppen met het AstraZeneca was berichtgeving uit het buitenland. Bron: wobcovid19.rijksoverheid.nl & Bomen&Bos Substack

1.735 weergaven2 opmerkingen
bottom of page