top of page

Verplichten, verplichten, verplichten, zei de idioot.

Het is wat de laatste tijd; ik merk steeds meer dat ik nostalgisch word naar de jaren tachtig en negentig. In mijn jeugd voelde je die heerlijke jaren zeventig nog nagalmen in de spelonken waar vrijheid geen abstract gegeven was maar een dagelijkse realiteit.


Je kon met gemak fijne conversaties voeren met ordehandhavers die met de mantel der menselijkheid weleens iets door de vingers zagen, om ons zelf een les te laten leren die geleerd moest worden. Het woordje complotdenkers bestond amper of niet waardoor elk mens zich de vrijheid kon permitteren om er eigen gedachten op na te houden.


In Amerika werden kritische medemensen bestempeld als ‘vuile communisten’, wat dat ook moge betekenen. Charlie Chaplin diende andere horizonten op te zoeken, want vrij denken werd in Amerika toen als staatsgevaarlijk beschouwd.


Helaas is die wind uiteindelijk naar hier overgewaaid. Nu is elk kritisch denkend mens een wappie, complotdenker of een extreemrechts sujet dat onschadelijk gemaakt dient te worden om de weg vrij te laten voor de overheid om…


Ons met allerhande verplichtingen om de oren te slaan.


Ik kan het zelf amper verkroppen dat ik vierjaarlijks naar de stembus ga om dan op te merken dat die personen voor wie ik stem geen andere verbeelding bezitten dan alles en nog wat te verplichten. Wij betalen dus, als het ware, mensen die niet het beste met ons voorhebben. Zelfs meer; wij betalen mensen die ons vervolgens het leven zuur maken. Dat is nogal wat als je dat laat indalen.


Waar is het zo fout kunnen lopen in de geschiedenis dat volksvertegenwoordigers het volk niet meer vertegenwoordigen? Waar hebben zij die ene afslag genomen die ervoor zorgt dat gecorrumpeerde grafieken het hebben gewonnen van mensen die dagelijks het hoofd boven water proberen te houden? Waarom hebben ze gekozen voor het grote geld dat hen verleidt om wetten te stemmen waarvan men weet dat die de mensheid diep ongelukkig maken?


Ik stel samen met u vast dat verbeelding, ons hoogste goed, gekaapt is door verbeeldingsloze bureaucraten die op maat van hun broodheren de ene verplichting na de ander de wereld in sturen, alsof het niets is, en alsof wij het allemaal maar gaan blijven pikken. Ik denk het niet.


De laatste tijd vraag ik aan bijna elk kind dat ik tegenkom of ze graag naar school gaan. Elk antwoord is het volgende: nee, ik haat school. Als ik dan doorvraag waarom is het antwoord altijd hetzelfde: omdat we zoveel moeten de hele tijd. Dan bloedt mijn hart als ik dat hoor. Waar in de geschiedenis is het misverstand ontstaan dat de wereld beter wordt van moeten, moeten, moeten. Waarom kan er geen basisvertrouwen zijn in de mens om zelf een weg te kiezen waarin het leren een natuurlijke bijkomstigheid is in plaats van een helse verplichting?

Ik zie mensen ongelukkig worden. Ik weet dat er nog veel verplichtingen aan zitten te komen die 95 procent van de mensheid niet kan betalen. Ik weet ook dat het leven steeds meer als beklemmend wordt ervaren. Ik weet dat bij velen de uitzichtloosheid begint te dagen en de kwaadheid begint te borrelen. Ze beginnen te ervaren dat er allerhande zaken gewoon niet kloppen. En dat is ook zo, er klopt veel niet.

Alleen is de vraag; wat kunnen wij eraan doen?


Ik droom soms dat we in stilte, bescheiden en zonder veel geroep en getier, de vele verplichtingen die ons opgedragen worden zonder wederzijdse toestemming, naast ons neerleggen; gewoon zomaar, omdat het