top of page

Oversterfte: Het doodgezwegen onderwerp

Duits federaal gezondheidsminister Karl Lauterbach is de eerste top-politicus die de schade ten gevolge van de grootschalige inentingscampagne aankaart en benoemt.

Aanleiding

Duits federaal minister voor volksgezondheid Karl Lauterbach moet zowat de eerste top-minister in functie zijn, die de problematiek van inentingsschade publiekelijk aankaart. Dat deed hij live voor de camera van de nieuwsdienst van ZDF.

De kracht van de grote getallen

Men kan er niet langer naast kijken. Wie de media en de nieuwbulletins volgt, heeft gemerkt dat het afgelopen jaar veel meer mensen ‘plots’ overleden dan ooit tevoren. Hoe hoog die mortaliteitscijfers in de brede bevolking ook zijn, het zijn vooral de getroffen leeftijdscategorieën die verontrusten. Jongvolwassenen in de categorie 22 jaar t.e.m. 44 jaar zijn dramatisch oververtegenwoordigd. Vaak wordt gewezen op cardiovasculaire oorzaken, hartstilstand of orgaanfalen als plotse doodsoorzaak.

Dat het afgelopen jaar opvallend plots méér jongvolwassenen overleden, is niet alleen de indruk die velen krijgen, het is ook klaar en duidelijk afleesbaar in alle data. De plotse oversterfte bij gezonde adolescenten is nu zoveel hoger, dat zelfs De Morgen zich genoodzaakt zag, het fenomeen aan te kaarten. Op 13 januari 2023 kwam De Morgen met volgend bericht, “Plots vallen er 19 procent meer doden in ons land, maar Corona heeft er deze keer niets mee te maken : Het is alle hens aan dek.” Het artikel vervolgt met, “Van begin december tot Kerstmis stierven in ons land 9.294 mensen. Dat is gemiddeld 19 procent meer dan in andere decembermaanden, in jaren zonder corona welteverstaan. Maar in tegenstelling tot de vorige jaren heeft corona er deze keer niets mee te maken. Wat dan wel? Griep, RSV of zelfs fijn stof? Sciensano zoekt mee naar de oorzaak van de plotse oversterfte.”

Onze eigen Sciensano verwoordt het op haar website als volgt: “De zomer van 2022 in zijn geheel vertoont een hogere oversterfte dan de zomers van 2021 (3,5% of 1346 extra sterfgevallen), van 2020 (4,3% of 1687 bijkomende sterfgevallen) en van 2019 (3,1% of 1188 extra sterfgevallen). Bovendien is dit de hoogste oversterfte van de afgelopen 20 jaar.”

Het Britse CMI (Continuous Mortality Investigation) kwam op 17 januari van dit jaar met deze melding op haar website : “CMI says 2022 had the worst second half for mortality since 2010”. Wie naar beneden scrollt, die lees met verbijstering deze zin, “Het aantal geregistreerde overlijdens in het VK en Wales in de eerste week van 2023 ligt met 3.427 overlijdens ruim 30% hoger dan verwacht in vergelijking met de eerste week van 2019.” In het Verenigd Koninkrijk lag het aantal mensen dat in de tweede helft van 2022 overleed (26.300 + ), ruim 4x hoger dan het aantal overlijdens in de eerste jaarhelft van 2022 (4.700 + ). Merk op dat corona niet langer de oorzaak of onderliggende reden is voor deze overlijdens.

Ook in landen als Portugal en Spanje bedraagt de oversterfte om en bij de 30%. En ook daar valt op hoe de oversterfte zich manifesteert in het cohort van jonge en gezonde personen zonder onderliggende aandoeningen en hoe de doodsoorzaak niet langer valt toe te schrijven aan Corona.

In IJsland, een hermetische micro-cosmos van 370.000 inwoners met een hoge inentingsgraad, zag men in de maand juli van 2022 een oversterfte ‘all causes’ die 56% hoger lag dan het langjarig gemiddelde. Ook in Japan zijn de cijfers onthutsend. En zo kunnen we nog wel even doorgaan. Alle landen waar deze corona-inentingen op grote schaal werden toegediend, vertonen sinds anderhalf jaar dezelfde hoge oversterfte in vergelijking met de jaren 10 B.C. of 5 B.C. (Before Corona).


Levensverzekeraars lijden ‘plots’ forse verliezen

Tot daar de klinische en statistische gegevens. Hoe vertaalt zich dit in de brede samenleving? Zien we de eerste gevolgen daarvan reeds doorsijpelen naar de economie, tewerkstelling of ziekteverzuim? Welja. Laat ons de sector bekijken waar ieder onverwacht overlijden zich vertaalt in de bedrijfsresultaten van het bedrijf, nl de levensverzekeringssector. Dan zien we dat de beurswaarde van levensverzekeraar ‘Lincoln Financial’ kelderde met 35% in het derde kwartaal van 2022. Het bedrijf boekte zo maar even een verlies van $2,6 miljard, door het uitbetalen aan nabestaanden van plots overledenen. Een jaar eerder (Q3/21) boekte het bedrijf nog een gezonde netto winst van $318 miljoen op een inkomstensaldo van $5,2 miljard.

Wie geen geloof hecht aan de catastrofale cijfers in oversterfte all causes sinds de zomer van 2021, kan eenvoudig de bedrijfsresultaten van levensverzekeraars inkijken. De polissen die deze sector sedert 12 maanden ‘plots’ moet uitbetalen, duwt heel deze financiële sector naar het bankroet.

Hieronder de cijfers die Lincoln Financial in Q3/22 publiceerde.



Hoe zeker kunnen we zijn dat de inentingscampagne van de afgelopen 2 jaar de directe oorzaak is voor al deze sterfgevallen? Want we zien opvallende sterfte meteen na een injectie en tegelijk ook statistische oversterfte in de maanden daarna. Alles wijst erop dat we ook pas aan het begin staan van een trend die zich steeds duidelijker lijkt door de zetten. Laat ons evenwel niet de wetenschappelijke fout maken om correlerende cijfers ter herleiden tot een oorzakelijk verband.


NOOT : Correlatie en oorzakelijk verband zijn twee verwante maar verschillende begrippen. Correlatie verwijst naar het statistische verband tussen twee of meer variabelen, terwijl oorzakelijk verband verwijst naar het verband tussen een gebeurtenis (de oorzaak) en een tweede gebeurtenis (het gevolg). Een correlatie geeft aan dat twee variabelen gerelateerd zijn, maar niet dat de ene variabele de andere veroorzaakt. Twee variabelen kunnen gecorreleerd zijn zonder dat de ene de andere veroorzaakt. Omgekeerd is het ook mogelijk dat twee variabelen oorzakelijk samenhangen zonder dat er sprake is van een correlatie. Daarom is het belangrijk voorzichtig te zijn met het afleiden van causaliteit uit correlatie. Tot daar de disclaimer.


Tot zover de sterftecijfers. Die zijn erg genoeg. Maar wat met zij die niet overlijden maar langdurig ziek, chronisch ziek of werkonbekwaam zijn door injectieschade? Hoe cynisch het ook mag klinken… een plots overlijden kost onze Sociale zekerheid helemaal niets, een langdurig zieke daarentegen wél. Wie plots uitvalt door werkonbekwaamheid, die levert niet langer iets bij tot de financiering van de Sociale Zekerheid, erger nog, die wordt een bijkomende kost. Op dat ogenblik verliest de SZ tweemaal.


Het kortverzuim van werknemers ligt nu voor het eerst hoger dan het middellang verzuim (tussen 1 maand en 1 jaar). Dat laatste steeg met 1,65 procent tot 3,18 procent. Gemiddeld gingen er in 2022 6,6 procent dagen verloren door afwezigheid van korte of middellange duur. Al waren er dus vooral méér mensen kortdurend ziek, namelijk 68 procent. Eind 2022 bedroeg het gemiddeld aantal ziektedagen per werknemer zo’n 7,5 dagen, een nieuw record. En dat terwijl ruim 85% van de actieve bevolking is ingeënt tegen Corona. Men moet de oorzaak en ziektebeeld dus niet langer bij Corona zoeken.

Wat als deze trend zich doorzet? Wat als een steeds kleinere actieve bevolking een steeds grotere groep van chronisch zieken zal moeten ondersteunen? Waar ligt het kantelpunt? Op welk ogenblik breekt dit systeem? En wat breekt er dan eerst… de financiering van het (SZ) systeem of de supply chain, de minimale dienstlening?


Over de financiering van de SZ kunnen we kort zijn. Het volstaat de berichtgeving rond de federale begroting erop na te slaan en de desillusie die weerklonk uit de Wetstraat rond een zoveelste gemiste pensioenhervorming. Ook zonder bijkomende zieken is de leefbaarheid en de financiering van de sociale zekerheid hoogst onzeker te noemen. Het federaal planbureau rekende ons voor dat de Sociale Zekerheid binnen afzienbare tijd geen 25% maar wel 33% van ons BNP voor haar rekening zal nemen. Die 33% is het groeipad wanneer zowel de activiteitsgraad niet langer daalt en ook de werkloosheidsgraad niet langer toeneemt. De trends die we de laatste maanden steeds duidelijker waarnemen inzake chronisch ziekteverzuim, laat vermoeden de 33% vroeger dan gevreesd op een kostelijke onderschatting dreigt uit te draaien.


In de brede samenleving


Wie met bedrijfsleiders in de industrie of retail praat over dit fenomeen, die zal merken dat het hoofdbreken van weleer ook vandaag nog steeds bovenaan hun zorgenlijst staat, nl het vinden van personeel. Dat klinkt misschien contra-intuïtief in tijden van inflatie, recessie, energiekost of exploderende grondstofkosten. Deze macro-economische indicatoren en stoorzenders laten zich wel degelijk voelen in de bedrijfsresultaten van onze bedrijven. Laat daar geen twijfel over bestaan. Maar het vinden van winkelpersoneel, administratieve permanentie op kantoor of het bemannen van de productiemachines, dat blijft tot op vandaag de grootste ergernis en onzekerheid. Het weegt voelbaar op de activiteitsgraad en output van onze bedrijven. Omdat het hebben van voldoende en geschikt personeel de basisvoorwaarde is, om die macro-economische uitdagingen het hoofd te bieden.


Hoeveel uitvallende postbodes, magazijniers, veeartsen of kleuterjuffen kunnen we ons nog veroorloven? Dat is een berekening of simulatie die zich moeilijk laat maken. Zeker is dat wanneer binnen een sector een kritische massa aan arbeidskrachten verloren gaat, de overblijvende werkkrachten overbevraagd en overbelast worden waardoor het systeem traag maar zeker tot stilstand komt.

Een oversterfte ‘all causes’ die in hoge mate de gezonde en actieve beroepsbevolking treft en een zondvloed aan langdurig zieken teweeg brengt, is die nobele onbekende waar ieder planbureau voor vreest en onze economie en samenleving een zoveelste horde voor de voeten werpt.


Dit is een artikel dat eerst verscheen op de Substackpagina van Joachim van Wing. Klik hier om meer van Joachim te lezen: https://joachimvanwing.substack.com





861 weergaven1 opmerking
bottom of page