top of page
  • Foto van schrijverjvwing

Stijgende vraag en een dalende productie

Een 'very short read' over olie. Over dalende voorraden, over de stijgende vraag en restricties van de wereldwijde productiecapaciteit


Toen de Saudi’s in juni van dit jaar aankondigden 1 miljoen vaten per dag minder te gaan produceren, leidde dit niet tot gekrijs of verkrampte reacties. Ook toen de Saudi’s daarop nog een stapje verder gingen en de productieverlaging doortrokken tot voorbij augustus van dit jaar, ook toen reageerden de markten nauwelijks. En toen ook Rusland daar nog eens een half miljoen vaten per dag vanaf haalde, werd niemand zenuwachtig of ongerust.


Analisten voorzagen toen hoe de petroleummarkt omstreeks deze tijd, traag maar zeker, in een situatie van structureel onderaanbod terecht zou komen. En in die situatie zijn wij (lees ‘wij’ als ‘onze wereldeconomie’) vandaag aanbeland.


We komen daarmee in een nieuwe fase terecht. De afgelopen maanden werden gekenmerkt door een daling van de output, een daling van hoeveelheid olie die dagelijks op de wereldmarkt werd aangeboden. Dat lagere volume wordt nu - en dit voor het eerst sinds lange tijd, geflankeerd door een stijgende vraag. Dat is nieuw.

Er is dus minder olie beschikbaar dan voorheen terwijl de vraag nu voelbaar stijgt.

En dit ondanks een traag heropstartende Chinese economie en torenhoge inflatie in de OECD-landen die de relatieve zucht naar liquid fuels tempert.


De onbalans tussen vraag en aanbod wordt steeds groter. Maar ook de verhouding tussen productiecapaciteit en reële voorraden bereikt een nooit geziene split. Dat is letterlijk te nemen : het aantal vaten aan ruwe olie of afgewerkte brandstoffen die in onze havens klaar horen te liggen voor consumptie in grote reservoirs, die voorraden zijn niet alleen laag. Neen, dat getal is negatief. Het tekort aan grijpklare voorraden bedraagt zowat 1 miljoen vaten per dag en dreigt de komende 2 maanden op te lopen tot een tekort van 2,8 miljoen vaten per dag. Alle marktgegevens wijzen er ook op dat Rusland inmiddels beduidend minder ruwe olie exporteert dan voorheen en dat dit de komende maanden onveranderd blijft.


De gelatenheid van weleer - onder traders en handelaren op de wereldmarkt, wat leidde tot steeds lagere voorraden, die gelatenheid kan nu omslaan in een forse correctie en overreactie. Omdat we weten dat zelfs de kleinste tekorten voor forse schokken en kortstondige prijspieken kunnen zorgen.


Niet alleen de handelsvoorraden zijn laag. Ook de Strategic Petroleum Reserve (SPR), de Amerikaanse strategische olie-buffers, hebben een historisch dieptepunt bereikt. Die voorraad staat vandaag op 348 miljoen vaten. Dat is het laagste peil sedert 1983. De verloedering van deze veiligheidsstrategie is onderdeel van een doelbewust (of argeloos, zo u wil) beleid van de Biden-administratie. De capaciteit bedraagt 714 miljoen vaten en is nog niet voor de helft gevuld.



Uitblijvende investeringen, slecht onderhouden pijpleidingen en verouderde installaties bemoeilijken de wederopbouw van deze strategische rantsoenvoorraden. Experten waarschuwen dat de heraanvulling van die voorraden een werk van lange adem dreigt te worden.


Die inspanning zal niet alleen veel tijd maar ook veel geld kosten. De huidige voorraden werden aangekocht aan prijzen van $29,70- per vat. De oil-futures markt voorziet vandaag een prijs van om en bij $75,- per vat.


350 miljoen vaten aan noodbuffer… dat is een formidabel volume. De aankoop daarvan wordt een delicate evenwichtsoefening. Enerzijds moet de Amerikaanse overheid de aankoop uitvoeren, maar niet alles tegelijk, tenzij het daarmee de oliemarkt de stuipen op het lijf wil jagen. Want plaatst de Amerikaanse overheid een order van honderden miljoenen vaten tegelijk, dan duwt het daarmee eigenhandig de olieprijs fors de lucht in en fnuikt het de eigen economie die als geen ander afhankelijk is van goedkope liquid fuels.


“Zelfs wanneer we het geld ervoor zouden hebben en onze installaties tip-top in orde waren”, zo zegt John Shages, die voorheen deze aankopen beheerde voor het Department of Energy, “ook dan kan deze inhaalbeweging tientallen jaren in beslag nemen.”

Met deze verwaarlozing, maakt de V.S. zich kwetsbaar voor prijsschokken en hoge olieprijzen. Zeker nu de binnenlandse productie van gecondenseerd schaliegas verder afkalft. Daarmee lijkt Washington meer dan ooit overgeleverd aan de welwillendheid en inschikkelijkheid van de Saudi’s, het Kremlin en de leden van het OPEC+ kartel.

Vanwaar de timing voor de Saudi’s, OPEC en Rusland om fors te snoeien in hun olieproductie? Zij produceren voortaan miljoenen vaten minder per dag. Nu de wereldwijde olieproductie zich heeft hersteld na een totaal instorting tijdens de corona-lock down, blijkt dat we de productievolumes uit het B.C. tijdperk vandaag niet meer halen. Dat ziet u op de grafiek hieronder.


Maar wat zien we nog op diezelfde grafiek? We zien dat conventionele crude oil (crude + condensate) in de laatste maanden van 2019 een organische krimp vertoonde… dat de olieproductie dalende was. En dit zonder corona, zonder de eigengereide restricties van Saudi Arabië, Rusland of OPEC+.

Kan het zijn dat de (1.) corona-crisis, (2.) het grensconflict in Oekraïne, (3.) de embargo’s op Russische olie en nu (4.) productiequota die Saudi Arabië OPEC en Rusland instellen, dat deze 4 componenten de ware staat van onze wereldwijde productie van ruwe olie hebben verhuld en gecamoufleerd? Zou het? Is het zo dat het ons is ontgaan dat de wereldwijde conventionele olieproductie in de herfst van 2019 de eerste echte tekenen van peak oil heeft vertoond?


Joachim Van Wing is ondernemer en zaakvoerder in de kunststoffenindustrie. Mede daardoor heeft hij een vinger aan de pols en houdt hij in de gaten wat zich afspeelt in de brede economie, de energiesector en de olie-industrie. Dit artikel verscheen tevens op de substack van Joachim Van Wing,

427 weergaven0 opmerkingen
bottom of page