Waarom moeten we voorzichtig zijn met de agenda achter het transhumanisme?
De laatste jaren horen we steeds vaker de term transhumanisme de revue passeren. Vermoedelijk komt dit mede door het feit dat Klaus Schwab, de oprichter en voorzitter van het World Economic Forum (WEF), deze filosofische stroming hoog in het vaandel draagt. Uiteraard is dat het goed recht van deze Duitse ingenieur. Iedereen heeft immers het recht om aanhanger te zijn van een bepaalde ideologie. Allicht heeft deze man net iets meer invloed dan Jan met de pet en daarom is de kans ook wel reëel dat hij dit gedachtengoed net iets makkelijker kan doordrukken dan pakweg mijn buurman of -vrouw. Al verschillende keren deed de man toch wel vrij straffe uitspraken en als je de agenda’s van de meetings van Davos van de afgelopen jaren wat beter bekijkt, dan komt dit transhumanisme elk jaar toch wat meer opzetten. Het is overigens al meer dan zeven jaar geleden, met name op 10 januari 2016, dat de voorzitter van het WEF, op het Zwiterse tv-kanaal RTS kwam uitleggen dat wij mensen vrij spoedig allemaal een chip in ons lichaam zullen moeten laten inplanten met de bedoeling om samen te smelten met de digitale wereld. “In ieder geval binnen de komende tien jaar. Eerst implanteren we ze in kleding. Daarna gaan we ze implementeren in onze hersenen, of onder de huid. Daarmee ontstaat er communicatie tussen onze hersenen en de digitale wereld. Zo krijgen we een samensmelting van de fysieke, digitale en biologische wereld.” Als zijn voorspelling bewaarheid wordt, dan hebben we dus reeds binnen drie jaar de eerste chips in ons lichaam. Ik weet niet hoe u hierover denkt, maar persoonlijk wil ik dit nooit van mijn leven in mijn lichaam. Baas over eigen lichaam geldt immers niet enkel bij het recht op abortus.
Laten we eens trachten iets dieper in te gaan op dit transhumanisme. Het is een filosofische stroming die streeft naar het verbeteren van de menselijke conditie door middel van technologie. De kerngedachte is dat de mens zijn biologische beperkingen kan overstijgen en kan evolueren naar een hoger niveau van bewustzijn en prestatie. Dit kan worden bereikt door middel van technologieën zoals bio-engineering, kunstmatige intelligentie, nanotechnologie en andere geavanceerde technologieën. Het doel van transhumanisme is om de menselijke levensduur te verlengen, ons vermogen om te leren en te onthouden te verbeteren, onze mentale en fysieke capaciteiten te vergroten, en om nieuwe vormen van menselijke ervaring te creëren die momenteel onmogelijk zijn.
Het transhumanisme als zodanig heeft geen enkele grondlegger, maar is eerder een filosofische stroming die is ontstaan uit een combinatie van verschillende denkwijzen en disciplines. Toch worden sommige denkers en wetenschappers vaak genoemd als pioniers van het transhumanisme, zoals Julian Huxley, die in de jaren 1950 voor het eerst de term "transhumanisme" gebruikte om de evolutie van de menselijke soort te beschrijven. Andere belangrijke figuren zijn Max More, Nick Bostrom en Anders Sandberg, die in de jaren 90 bijdroegen aan de ontwikkeling van de filosofie van het transhumanisme.
Hoewel het concept van het verbeteren van onze lichamen en geesten op het eerste gezicht aantrekkelijk lijkt, zijn er volgens mij toch enkele ernstige problemen met het transhumanistische gedachtegoed. Allereerst is het transhumanisme gebaseerd op een fundamenteel verkeerde aanname: dat technologie de oplossing kan bieden voor alle menselijke problemen. Deze aanname gaat voorbij aan het feit dat technologie niet neutraal is en dat de ontwikkeling ervan vaak wordt gestuurd door winstbejag en machtsstructuren. Het transhumanisme lijkt te suggereren dat het gebruik van technologie ons automatisch zal bevrijden van alle menselijke tekortkomingen en beperkingen, maar dat is niet alleen een naïef standpunt, het getuigt ook van een gebrek aan inzicht in de complexiteit van de menselijke natuur en de wereld waarin we leven. Bovendien zou de nadruk op technologische verbetering volgens mij ook kunnen leiden tot een grotere kloof tussen degenen die toegang hebben tot deze technologieën en degenen die dat niet hebben, waardoor een tweedeling kan ontstaan tussen de ‘verbeterde’ en de ‘niet-verbeterde’ mensen. Er zijn ook zorgen over de ethische implicaties van technologische upgrades, zoals het manipuleren van het menselijk DNA, het creëren van ‘supermensen’, en de mogelijke gevolgen op lange termijn voor de menselijke samenleving en de natuurlijke omgeving. Daarenboven streeft het transhumanisme een onrealistisch en gevaarlijk ideaal na, omdat het in wezen streeft naar het vervangen van de menselijke soort door een nieuw en geavanceerder ras. Dit kan dan weer leiden tot een verlies van menselijke waardigheid en identiteit.
Een tweede probleem met het transhumanisme is de nadruk op individualisme. Het ideaal van de transhumanist is een 'geüpgraded' individu dat in staat is om zich te onttrekken aan de grenzen van de menselijke natuur en zelfvoorzienend is. Dit staat in schril contrast met het idee van een gemeenschap waarin mensen elkaar ondersteunen en waarin solidariteit en samenwerking de norm zijn. Het vooruitzicht van een samenleving waarin sommige mensen supermensen zijn terwijl anderen achterblijven, is zeer zorgwekkend.
Ten slotte biedt het transhumanistische gedachtegoed geen effectieve oplossingen voor de grote maatschappelijke problemen waar we vandaag de dag mee te maken hebben. Het verbeteren van individuele lichamen en geesten is geen antwoord op de economische ongelijkheid en andere uitdagingen waarmee we worden geconfronteerd. Integendeel, het transhumanisme kan deze problemen zelfs verergeren, omdat het zich richt op individuele oplossingen en niet op collectieve actie.
Hoewel het transhumanisme enkele interessante ideeën bevat, is het geen ideologie die in staat is om de grote maatschappelijke problemen op te lossen. In plaats van te streven naar een wereld van supermensen, moeten we ons richten op collectieve oplossingen en een rechtvaardige, duurzame en inclusieve samenleving opbouwen. Het is volgens mij dan ook belangrijk dat we deze zorgen serieus nemen en een open discussie aangaan over de mogelijke gevolgen van transhumanisme. Met de recente ontwikkelingen inzake techn